Examples of using Rawling in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Monica Rawling, Huiselijk Geweld.
Halpern?- Rawling misschien.
Ik ben hoofdinspecteur Rawling, rechercheur Mackey.
Nee. Halpern?- Rawling misschien?
Monica Rawling, dit is Shane Vendrell.
De tuinman vond hem zo. Meneer Rawling.
Rawling misschien.- Nee. Halpern?
Meneer Rawling, ben je klaar?
Rawling heeft hen kwaad gemaakt.
Halpern?-Nee.-Rawling misschien?
Mr Rawling, u bent de huisbaas?
De tuinman had hem zo gevonden. Mr Rawling.
Halpern?- Rawling misschien.- Nee.
Meneer Rawling. De tuinman vond hem zo.
Meneer Rawling. De tuinman vond hem zo.
Meneer Rawling, u moet een verklaring afgeven aan een van onze agenten.
Volgens Rawling bestond Saga tijdens zijn bezoek uit ongeveer vijfentwintig lemen huizen.
Rawling wil wel je mening aanoren,
Mr Rawling, pak alles wat je nodig hebt.
Rawling heeft een deal met de DEA.