Examples of using Repeteer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wel, ik repeteer met het orkest deze ochtend.
Ik repeteer al weken voor de auditie.
Ik repeteer al drie weken in z'n huis.
Ik repeteer met Laura.
Ik repeteer op dinsdagavond.
Ik repeteer voor mijn goochelshow.
Ik repeteer het stuk wel met je.
Ja. Ik repeteer een stuk en vlieg op en neer naar LA.
Ik repeteer mijn tekst voor de show.
En vanavond repeteer ik hier met mijn Tuvaans keelzingkoor.
Dan repeteer ik na het eten met haar.
Nee, ik repeteer voor de musical Pippi Langkous.
Ja, ik repeteer m'n toespraak enkel.
Ik moet wel, ik repeteer.
Wil je dat ik alleen met de cello's repeteer?
Hoe wil je dat ik repeteer?
Wil je dat ik alleen met de cello's repeteer?- Het gaat wel.
Ze weet me te kalmeren als ik repeteer.
De audities zijn over twee weken en ik repeteer met iedereen die het aandurft.
Monsieur Lefèvre, ik repeteer.