Examples of using Rich in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Rich, stop. Kom hier.
Zijn jullie Rich en Jane?
Ik bel Rich en Patterson.
We kijken wie Rich zijn site bezocht of zijn CO2-uitstoot compenseerde.
Rich is neergeschoten.
Zapata, houd Rich in de gaten.
Zapata, hou Rich in het oog.
We hadden alleen Rich z'n bizarre theorie.
Pak je spullen, Rich. Je mag naar huis.
Dankzij Rich hebben we nu een plaats en tijdstip.
Een van Rich dark web vrienden zal ons ontmoeten aan de grond.
Het voelt vreemd aan dat Rich hier werkt.- Wat?
Rich zijn ouders zijn weg.
Rich plaatst je over naar een andere partner.
Rich komt niet.
Rich plaatst je over naar een andere partner.
Rich gebruiken we niet.
Tasha, Rich heeft gelijk.
Rich wel, maar hij werkt hier niet meer.
Rich, stop!