Examples of using Ritselaar in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Behandelt me alsof ik een kleine tijd ritselaar.
Ja, dat kind van Emily is een ritselaar.
Nee. Hij had een ritselaar uitstraling.
Een ritselaar die fortuin maakte met het gokken voor hij 25 was.
De ritselaar is nieuw in de buurt.
Een ritselaar die fortuin maakte met het gokken voor hij 25 was.
Ik ben toevallig een ritselaar.
Een fraudeur, 'n ritselaar uit Havana.
Net als een ritselaar.
Je bent een echte ritselaar.
Ponsonby, dit is de vrouw van de Ritselaar.
Ik ken de straten. Ik ben een ritselaar.
Niet voor zo'n ritselaar als George.
Ik ben geen schorem, maar wel een ritselaar.
Ik ben geen schorem, maar wel een ritselaar.
Ja, ik kom helemaal naar New York om een ritselaar worden.
blijf je altijd een ritselaar voor ze.
Ik bied mijn excuses aan Mr. Berry Gordy dat ik hem heb uitgemaakt voor een ritselaar en een pooier.
Je hebt een talent nodig, informatie, iets… dat een ritselaar van je maakt.
Dan ik dacht dat je was, kleine makker. Tjonge, jij bent meer een ritselaar.