Examples of using Simone in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het moet Simone zijn geweest.
De Simone begon met paardrijlessen toen ze tien jaar oud was.
De diners, bereid door Simone, zijn heerlijk met lokale producten.
Haar verhaal dat Simone werd meegesleurd, is niet waar.
Ik denk dat Simone voor zichzelf kan spreken.
Een De Simone heeft geen aanmoediging nodig.
Een De Simone hoeft het niet te begrijpen.
Een De Simone is altijd discreet.
Jevgeni volgt Simone als een schaduw.
Jevgeni volgt Simone als een schaduw. Ik wel.
Dus ren, Simone, ren naar haar en neem haar in uw armen.
Bij Simone. Iets gevonden?
Bij Simone. Iets gevonden?
Het is Simone. Zij heeft toegang.
Ik was bij Simone. Geen idee.
Simone is beter. Ze is vorige week geopereerd.
M'n tante Simone zei altijd:
Ik ben Simone. ik heb al zoveel over u gehoord.
Simon. Simone, maar ik word vaak verward met die Simon.
Simone gaat Wellington aangeven.