Examples of using Stomme vraag in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ja, stomme vraag.
Heb je een kopie van het originele Arecibo-bericht? Stomme vraag.
Ja, dat is een stomme vraag.
Wat een stomme vraag.
Dat was 'n stomme vraag.
Je stelde een stomme vraag.
Wat voor een stomme vraag is dat?
Het is geen stomme vraag.
Dat was 'n stomme vraag.
Stomme vraag, zeker?
Hoe gaat het op werk? Stomme vraag.
Te eenvoudig. Stomme vraag.
Laat maar, stomme vraag, juist?
Ik heb wat meegenomen. Stomme vraag.
Waarom vermoord je Junior niet gewoon? Stomme vraag.
Dat is een stomme vraag, hoe kan een vogel daarop antwoorden?
Het is je favoriete kleur. Stomme vraag.
Waarom vermoord je Junior niet gewoon? Stomme vraag.
Het is een stomme vraag, da's alles. Het is gewoon.
Da's zo'n stomme vraag.