Examples of using Tector in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Oom Tector. Ja?
Stop met vuren, Tector.
Pak hem, Tector!
Pas op, Tector!
Rose.- Oom Tector.
Ik heb vermiste broertjes, Tector.
Ruik je dat, Tector?
Hallo, Tector. Maak open.
Hallo, Tector. Maak open.
Mooi gedaan, Tector!
Cactus whiskey. Whiskey, Tector.
Dat is een grote stap, Tector.
Laat me gaan!- Tector!
En z'n broer Tector. Lyle Gorch.
Laat me gaan!- Tector!
En z'n broer Tector. Lyle Gorch.
Tector, help me met Dai's lichaam.
Wat ben je dan wel, Tector?
Lyle, Tector, Crazy Lee,
Tector opgeofferd om een Tom Mason-executie te voorkomen.