Examples of using Toki in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hier is de jouwe, Toki.
Wat is er, Toki?
Sosuke! Bied je verontschuldigingen aan Toki aan!
Ze heeft een gezicht! Natuurlijk, Toki.
Ze heeft een gezicht! Natuurlijk, Toki.
TOKI Seyhan 2 duizend 610 woningen in de stedelijke transformatie.
TOKI naar deze wereld gebracht door Toroa Aperahama.
Het bedrijf TOKI bevindt zich op het adres:
Het is een TOKI, en naast mijn WAAROM symboliseert het mijn waarden in het leven.
Al in 2011 begon het staatsagentschap voor woningbouw, TOKI, met de sloop van percelen binnen de muren van Sur.
Een paar jaar geleden kwam de gemeente samen met staatswoningbouwer TOKI met een plan.
kwam met de verklaring dat TOKI in Sur de historische gebouwen zou herstellen
Toki had gelijk!
Vergeef me, Toki.
Toki! Je leeft nog!
Wat is er, Toki?
Toki! Je leeft nog!
Je leeft nog! Toki!
Dat is geweldig! Toki!
Jij en je bijgeloof, Toki.