Examples of using Totale overwinning in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
vochten zij met enthousiasme en wonnen met een totale overwinning.
Is de burgeroorlog van de Serven tegen de etnische Albanezen niet een vorm van staats-schizofrenie?(te behandelen met een"Ijzeren Gordijn" na een totale overwinning)?
En vijf vanuit Tsjecho-Slowakije, Op de nieuwe Kutuzov-computer hebben we meerdere aanvalsstrategieën getest tegen welke defensie dan ook. in vijf dagen tot een totale overwinning leidt waaruit blijkt
En vijf vanuit Tsjecho-Slowakije, Op de nieuwe Kutuzov-computer hebben we meerdere aanvalsstrategieën getest tegen welke defensie dan ook. in vijf dagen tot een totale overwinning leidt waaruit blijkt
En vijf vanuit Tsjecho-Slowakije, Op de nieuwe Kutuzov-computer hebben we meerdere aanvalsstrategieën getest tegen welke defensie dan ook. in vijf dagen tot een totale overwinning leidt waaruit blijkt
En vijf vanuit Tsjecho-Slowakije, Op de nieuwe Kutuzov-computer hebben we meerdere aanvalsstrategieën getest tegen welke defensie dan ook. in vijf dagen tot een totale overwinning leidt waaruit blijkt
onherstelbare schending van het recht op een eerlijk proces" was- een totale overwinning voor de Kerk en voor religieuze vrijheid in Europa.
eer van de Heer, Ik wil absoluut geen sprake zijn bij de behandeling van de zonden,-voor hoe weten we wat de overvloed van genade voor de totale overwinning van de zonde op haar werd toegekend,
Totale overwinning. Nou.
Nou… Totale overwinning.
Totale overwinning. Nou.
Tsja. Totale overwinning.
Op de totale overwinning.
Dit betekent de totale overwinning!
Het was bijna een totale overwinning.
Waarom behaalden we niet de totale overwinning?
Dus je garandeert nog steeds een totale overwinning?
Ik stel me een totale overwinning voor, verder niks.
De totale overwinning is alleen een kwestie van tijd.
De totale overwinning van de onbaatzuchtigheid over het egoïsme.