Examples of using Verkrachten in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dat ie me aan 't verkrachten was.
Je wilt iemand verkrachten.
Verkrachten mijn kleine zusje
Twee mannen die een jongen verkrachten.
Barry, ik ga iemand verkrachten.
En verkrachten gewurgd.
belazeren, verkrachten.
Ik liet hem me verkrachten.
Ze verkrachten mij.
invallen of verkrachten.
Ik hoopte eigenlijk dat ze me zou verkrachten.
En verkrachten.
Hij wordt beschuldigd van het verkrachten van Alicia.
Ik kan je verkrachten.
Ze moordden, verkrachten.
In een eerlijk gevecht vermoord ik iemand… In je eigen gezicht snijden, verkrachten, moorden.
Ik drink niet met mannen die vrouwen verkrachten.
Die had waarschijnlijk iedereen wel willen verkrachten.
Afgelopen zomer werd hij beschuldigd van het verkrachten van een meisje.
Hij kan ons niet allemaal verkrachten.