Examples of using We samenwonen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Nadat we geslaagd zijn gaan we samenwonen.
Ik weet niet of ik dat allemaal kan als we samenwonen.
Ze weten toch dat we samenwonen?
Als u vraagt of we samenwonen. Nee.
Hij is er niet blij mee dat we samenwonen.
Ik ga ze missen zodra we samenwonen.
Het betekent dat we samenwonen.
Dit doe je sinds we samenwonen.
Dit is de laatste keer dat we samenwonen.
Ik heb ze niet verteld dat we samenwonen.- Wat?
Denk je dat Ross het raar vind dat we samenwonen?
Eerst wil je niet dat we samenwonen.
Ik ben blij dat we samenwonen nu.
Zeg me dat ze weten dat we samenwonen.
En als hij nu kinderen heeft waarmee we moeten samenwonen?
Is dat raar, dat we samenwonen, maar niet 'ik hou van je' zeggen?
Blijkbaar ben je vergeten dat we samenwonen omdat we vrienden zijn.
En bedenk je eens… dat je mee kunt spelen als we samenwonen.
En ik weet dat het lijkt alsof we een stel zijn… omdat we samenwonen en we samen zaken doen.
Ik dacht zo, als we samenwonen kunnen we de huur delen en sparen.