Examples of using Willis in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Willis.- Te stom.
Willis.- Te stom.
Je bad dat Willis weg zou gaan.
M'n moeder die Willis haatte, zelfs toen hij stadskampioen werd.
En dat meisje wees Willis aan, oké?
Bruce Willis… Die Harder.
Willis begon zijn loopbaan als beulsknecht in 1906.
Hier rijdt Willis' bus weg, net voor zij aankwamen.
Bobby Willis, de blonde van Bootle.
Bruce Willis z'n boek over ouderschap.
Volgens mij waren de Willis hun tijd ver vooruit.
Waar is Willis? Hij melde zich ziek vandaag?
Je liet hem Willis en Gloria doden.
Ontwijk me niet, Mr Willis!
niet Willis.
Greaves vertelde me dat je bewijsmateriaal in Willis bureau gevonden hebt.
Commissie hecht goedkeuring aan de overname van de groep Willis Corroon door KKR Associates.
Hoe gaat het, Willis?
Hoe ging het met de Willis?
En… er is een misvorming in de Circle of Willis.