Examples of using Zack in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Amber en Zack zijn er al.
Zack had wel kunnen sterven?
Natalie is dood. Coyne, Hurley en Zack.
Goed. Zack, hoe gaat het?
Het doet me denken aan waar mijn zoon Zack geboren is.
Natalie is dood. Coyne en Hurley en Zack.
Dus Zack mag gaan?
Je moet haar laten gaan, Zack.
Hij is buiten met Zack.
En jij, Zack.
Frank.- Goedemorgen, Zack.
Glas en staal en Landman and Zack, verdomme.
Dat geldt ook voor jou, Zack.
Het leuke leven van Zack en Cass.
Dit is Nicole. Zack.
En jij bent een Zack.
Matthew, dit is Zack.
Leonard, dit is Zack.
Je moet ooit zoals mij zijn geweest, Zack.
Dit is m'n vriend, Zack.