Examples of using Zit er in de tas in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat zit er in de tas, broeder?
Wat zit er in de tas?
Wat zit er in de tas?
Ik heb ene Paul ontmoet via een paranormaal forum… en ik zei… Wat zit er in de tas?
Wat zat er in de tas?
Wat zit er in de tassen?
Wat zit er in de tassen?
Wat zit er in de tassen?
Wat zat er in de tas?
Wat zat er in de tas die ze meenam?
Wat zit er in de tassen?
En wat zat er in de tassen?
Wat zit er in de tas?
Wat zit er in de tas?
Wat zit er in de tas?
Wat zit er in de tas, Colleen?
Wat zit er in de tas, Michael?
Wat zit er in de tas, jongen?
We zoeken. Wat zit er in de tas?
Wat zit er in de tas, trut?