BE CURIOUS in Dutch translation

[biː 'kjʊəriəs]
[biː 'kjʊəriəs]
nieuwsgierig zijn
be curious
pry
are inquisitive
being nosy
be nosey
were wondering
benieuwd zijn
wonder
be curious
be wondering
worden nieuwsgierig
become curious
be curious
wees nieuwsgierig
be curious
pry
are inquisitive
being nosy
be nosey
were wondering
nieuwsgierig bent
be curious
pry
are inquisitive
being nosy
be nosey
were wondering
ben benieuwd
wonder
be curious
be wondering
nieuwsgierig ben
be curious
pry
are inquisitive
being nosy
be nosey
were wondering

Examples of using Be curious in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Be curious and open to new things.
Wees nieuwsgierig en sta open voor nieuwe dingen.
But you would have to be curious.
Maar je moet wel nieuwsgierig zijn.
Be curious and have a look along bustling streets.
Wees nieuwsgierig en kijk rond de drukke straten.
You must be curious.
Je moet nieuwsgierig zijn.
Be curious and expect miracles.
Wees nieuwsgierig en verwacht wonderen.
He won't be curious.
Hij zal niet nieuwsgierig zijn.
It said,"Be curious, not judgmental.
Wees nieuwsgierig, en oordeel niet.
One day you're gonna be curious.
Op een dag ga je heel nieuwsgierig zijn.
Be curious. I got lost.
Wees nieuwsgierig. Ik was de weg kwijt.
I would be curious.
Ik zou nieuwsgierig zijn.
Be curious. You wanted to see me, sir?
Wees nieuwsgierig. U wilde me spreken, meneer?
But I would be curious.
Maar ik zou nieuwsgierig zijn.
I'm curious. You must be curious.
Ik ben benieuwd. Je moet nieuwsgierig zijn.
You can understand why we would be curious.
Je snapt waarom we nieuwsgierig zijn.
I would be curious too.
Ik zou ook nieuwsgierig zijn.
But surely you gentlemen must be curious about my ship.
Maar jullie heren moeten toch wel nieuwsgierig zijn naar mijn schip.
He may be curious, but he is not a liar.
Hij is nieuwsgierig, maar hij is geen leugenaar.
They will be curious and check your timeline.
Die zullen nieuwsgierig worden en ook op jouw tijdlijn kijken.
And I would be curious to hear your opinion.
Ik ben nieuwsgierig om jouw gedacht er over te horen.
They will be curious, but also very nervous.
Die zijn nieuwsgierig, maar ook heel zenuwachtig.
Results: 173, Time: 0.0377

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch