DABBLE in Dutch translation

['dæbl]
['dæbl]
ploeteren
struggle
toil
dabbling
slogging
plodding
trudging
floundering
slaving away
working
doe
do
make
put
speel
play
olympics
game
dabble
liefhebber
lover
enthusiast
fan
fancier
aficionado
love
connoisseur
devotee
admirer
fanatic
houden
keep
love
like
hold
maintain
stop
stick
do
adhere
grasduin
browse
take a look
dabble
dabbelen

Examples of using Dabble in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I dabble in a bit of charity work.
Ik knoei een beetje met liefdadigheidswerk.
Oh, no. I also dabble in stand-up comedy.
Ik doe ook graag stand-up comedy. Oh, nee.
Ducks dabble as though in a park.
Eenden dobberen rond als in een parkvijver.
So what's gonna happen to me? I dabble.
Ik ploeter. Wat gaat er met mij gebeuren?
I dabble in music myself there, Tom.
Ik liefhebber ook wat in de muziek, Tom.
I dabble a little bit in personal loans and politics.
Ik scharrel 'n beetje in privé-leningen en de politiek.
We… dabble.
We… babbelen.
You realize that when you dabble in magic.
Dat ontdek je als je je in de magie verdiept.
Hobnobbing with those whites who dabble at politics.
Bevriend met blanken die liefhebberen in de politiek.
Buffy told me you dabble.
Buffy zei dat je erin liefhebbert.
the word"dabble" makes me uncomfortable.
het woord"Knoeien" maakt me ongemakkelijk.
That's exactly why you dabble.
Dat is precies waarom jij het doet.
And, um, I dabble.
En ik hobby wat.
And I dabble.
En ik hobby wat.
I understand you also dabble in art.
Ik zie dat jij je ook bezighoudt met kunst.
Do you play? I dabble.
Speel je?- Ik ploeter wat.
You wanna dabble?
Wil je mengen?
No, I dabble.
Nee, ik ben een knoeier.
You notice that particularly when you dabble in magic.
Dat ontdek je als je je in de magie verdiept.
You know, I, I dabble.
Weet je, ik dobbel.
Results: 81, Time: 0.0557

Top dictionary queries

English - Dutch