GOT YOU A PRESENT in Dutch translation

• heb een cadeautje voor je
• heb je een cadeautje
• heb je een geschenk
• heb een kadootje
• heb een cadeau voor je
• heeft een cadeautje voor je
• hebben een cadeau voor je

Examples of using Got you a present in English and their translations into Dutch

I wish you were here, but we got you a present.
Ik wou dat je hier was, maar we hebben een cadeau voor je.

Hardly. So, I got you a present.
Nauwelijks. Ik heb een cadeautje voor je.

Yeah? I got you a present.
Ik heb een cadeau voor je.- Ja?

OK, I got you a present.
Goed. Ik heb een cadeautje voor je.

I got you a present. Besides….
En trouwens, ik heb een cadeau voor je.

Daddy, I got you a present.
Papa, ik heb een cadeautje voor je.

Besides… I got you a present.
En trouwens, ik heb een cadeau voor je.

Come here. Here, look, I got you a present.
Kom hier. Ik heb een cadeautje voor je.

And I… I got you a present.
Ik heb een cadeau voor je.

I got you a present, mamita.
Ik heb een cadeautje voor je, mamita.

Lieutenant. I got you a present.
Luitenant, ik heb een cadeau voor je.

Sophia! I got you a present.
Sophia. Ik heb een cadeautje voor je.

I got you a present.
Lk heb een cadeau voor je.

Well. I got you a present.
Maar goed, ik heb een cadeautje voor je.

Hello?- I got you a present.- Bets?
Bets. Ik heb een cadeau voor je. Hallo?

Oh, Mrs. Quick, I got you a present.
Oh, Mrs. Quick, Ik heb een cadeautje voor je.

Miyuki, I got you a present.
Miyuki, ik heb een cadeau voor je.

Wait'cause I got you a present.
Wacht eventjes, want… Ik heb een cadeautje voor je.

Thomas, I got you a present.
Ik heb een cadeau voor je, Thomas.

Come here. Here, look, I got you a present.
Kom eens hier. Ik heb een cadeautje voor je.