Examples of using Pineapple in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We could have ordered one ham and pineapple.
Pineapple Express. They said it eight times.
Not with pineapple.
Niet met ananas.The essence and flavour of Pineapple Chunk is immediately obvious.
De essentie en de smaak van Pineapple Chunk is meteen duidelijk.This is a pineapple.
Dit is een ananas.Products tagged with ansichtkaart Pineapple eef lillemor.
Producten getagd met ansichtkaart Pineapple eef lillemor.A pineapple and salmon pizza.
Een pizza met zalm en ananas.He ain't getting any of that pineapple Express.
Hij krijgt niets van die Pineapple Express.Ham, cheese and pineapple is my favourite.
Ham, kaas en ananas is mijn favoriet.Tropic Thunder, Dark Knight and Pineapple Express.
Tropic Thunder, Dark Knight en Pineapple Express.A pineapple. A pineapple it is.
Een ananas zal het zijn. Een ananas.Roommate music mobile pineapple.
Roommate muziek mobiel pineapple.A pineapple. A pineapple it is.
Een ananas. Een ananas zal het zijn.Products tagged with pineapple.
Producten getagd met pineapple.I wish I would been a pineapple.
Ik zou willen dat ik een ananas was.Not with pineapple pizza.
Niet met ananas pizza.You had to be there. Pineapple pizza?
Je had daar moeten zijn. Pineapple pizza?Six, grapefruit. Seven, pineapple.
Zes: een grapefruit. Zeven: een ananas.Saul is the only guy who has pineapple Express.
Alleen Saul heeft Pineapple Express.You know that Pineapple Express stuff you gave me?
Weet je nog, die Pineapple Express?
