TEACH YOUR DOG in Dutch translation

[tiːtʃ jɔːr dɒg]
[tiːtʃ jɔːr dɒg]
leer je hond
je hond leert
leer uw hond
teach your dog

Examples of using Teach your dog in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Teach your dog to chew and chew special toys.
Leer uw hond om op te kauwen en kauwen speelgoed speciaal.
Teach your dog to give his paw.
Leer uw hond om zijn poot te geven.
Teaching recall Teach your dog to come when called.
Uw hond leren te komen als u hem roept.
You can teach your dog that the reward is delayed.
U kan uw hond aanleren dat de beloning uitgesteld wordt.
We teach your dog how to listen properly.
Wij leren jouw hond goed te luisteren.
Teach your dog to come when called.
Uw hond leren te komen als u hem roept.
It is important that you teach your dog what you mean by"no" or"sit".
Het is belangrijk dat je je hond leert wat je bedoelt met"nee" of"zit".
Unless you teach your dog to change the tapes at night between backups….
Tenzij je je hond leert om 's nachts, tussen het maken van de backup door, de tapes te verwisselen….
For example, teach your dog to sit and stay,
Bij voorbeeld, je hond leert om te zitten en te blijven,
Having a specific outdoor bathroom spot will teach your dog to urinate outside, not inside.
Dit zal je hond leren om buiten te plassen, in plaats van binnen.
You can teach your dog to deposit the ball into the device,
U kunt uw hond leren om zelf de bal in het apparaat te deponeren,
Teaching your dog to come when called.
Uw hond leren te komen als u hem roept.
Start with teaching your dog what the noise means.
Begin met uw hond te leren wat het geluid betekent.
Advertisement Tips Use the same words when teaching your dog right from wrong.
Gebruik altijd dezelfde woorden wanneer je jouw hond leert wat fout is en wat goed.
Realize the importance of teaching your dog not to bite.
Realiseer je hoe belangrijk het is om je hond te leren niet te bijten.
Start by teaching your dog to associate the click with a treat.
Begin ermee je hond te leren om de klik te associëren met een beloning.
Leonard, I taught your dogs to lay down!
Leonard, ik leerde je honden"liggen"!
The“speak” command teaches your dog to bark in response to your verbal cue.
Het“luid” commando leert je hond om te blaffen in reactie op jouw gesproken signaal.
How to teach your dog to listen.
Hoe kunt u uw hond te leren om te luisteren.
How to teach your dog to sit.
Hoe kunt u uw hond te leren om op te zitten.
Results: 488, Time: 0.0558

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch