Examples of using Ten years older in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Yang Zhen-Duo was ten years old when his father died.
Ten years old and already in the wilderness.
Tien jaar en al in de wildernis.You know she's ten years old, right?
Je weet dat ze tien jaar is, hè?Ten years old.
Tien jaar.I was ten years old the night my mama died.
Ik was tien jaar toen m'n moeder stierf.I was ten years old when the Republic attacked.
Ik was tien jaar toen de Republiek aanviel.We were all rebellious when we were ten years old.
We waren allemaal rebels toen we tien jaar waren.It was a kid, nine or ten years old.
Het was een kind van negen of tien jaar.He was ten years old.
Hij was tien jaar.So she was ten years old.
Dus ze was tien jaar.Diane, you were ten years old, honey.
Diane, je was toen tien jaar, schat.He would be about ten years old now.
Hij is nu ongeveer tien jaar.Please, he is only ten years old.
Alstublieft, hij is slechts tien jaar.He's only ten years old.
Hij is tien jaar.I was only ten years old.
Ik was pas tien jaar.The boy was ten years old.
De jongen was tien jaar.He's ten years old.
Hij is tien jaar.Poor kid, he's only ten years old.
Arme jongen, hij is nog maar tien jaar.Willa Marie James, Ten years old.
Willa Marie James, tien jaar.I am. You're only ten years old.
Ik. Je bent pas tien jaar.
