THE CIPHER in Dutch translation

[ðə 'saifər]
[ðə 'saifər]
de cipher
the cipher
de codesleutel
the cipher
the code key
the passkey
het geheimschrift
the cipher
the secret code
het cijfer
the figure
the number
the grade
the digit
the numeral
the rating
the cipher
the mark
de versleuteling
encryption
the cipher
de cypher
the cypher
the cipher
de codeersleutel
the cipher
de coderingsmethode
the encryption method
the cipher

Examples of using The cipher in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
You saw the cipher.
Je zag het geheimschrift.
The same year he put the cipher on the coins.
In hetzelfde jaar als dat hij de cypher op de munten zette.
Why would the cipher lead us here?
Waarom zou de codeersleutel ons hierheen leiden?
Where is the cipher?
Waar is de codesleutel?
The key to the cipher, and this stops.
De sleutel voor de versleuteling, en dit stopt.
The cipher was cribbed from a Nancy Drew book.
De code kwam uit een Nancy Drew-boek.
The Cipher is the artificial brain for the new Intersect computer.
De sleutel is het kunstmatige brein van de nieuwe Intersect-computer.
Yes. In fact, the cipher was embedded within the code.
Eigenlijk, het cijfer was ingebed in de code. Ja.
Wait a second… what if that's the cipher?
Wacht eens even… wat als dat het geheimschrift is?
The cipher is in Samara's book.
De codesleutel zit in Samara's boek.
The Cipher is the final piece.
De sleutel is het laatste onderdeel.
About the cipher.
Over de coderingsmethode.
If you find the cipher first, we can protect you.
Als jij de code eerst vind, kunnen we je beschermen.
He found another number on the cipher.
Hij heeft een nieuw nummer gevonden op de codeersleutel.
Next day, I came to work and the cipher was waiting.
De volgende dag ging ik werken en het cijfer stond op me te wachten.
They provide their attackers with ciphertext, the cipher and the key.
Ze voorzien hun aanvallers van versleutelingsteksten, de versleuteling en de sleutel.
The cipher? Only he would do this?
Alleen zou hij dit doen.- Het geheimschrift?
General Alaman and the cipher will stay here.
Generaal Alaman en de codesleutel blijven hier.
Do you have the Cipher?
Heb je de sleutel?
The cipher in his notebook is.
De code in z'n boekje wordt door 'n woord ontcijferd.
Results: 190, Time: 0.0582

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch