TO BE PRACTICAL in Dutch translation

• praktisch
• om praktisch te zijn
• in de praktijk

Examples of using To be practical in English and their translations into Dutch

We all need to be practical.
We moeten allemaal praktisch zijn.

I'm just trying to be practical.
Ik probeer alleen maar praktisch te zijn.

I'm just trying to be practical here.
Ik probeer alleen maar praktisch te zijn.

Mags, I'm just trying to be practical.
Mags, Ik probeer gewoon praktisch te zijn.

We got to be practical.
We moeten praktisch zijn.

Sometimes it's good not to be practical.
Soms is het goed om onpraktisch te zijn.

We have got to be practical.
We moeten praktisch zijn.

I wanted it to be practical.
het ook heel praktisch zou zijn.

Then this is the moment to be practical.
Dan moet u nu praktisch zijn.

I'm just trying to be practical.
Ik probeer gewoon praktisch te zijn.

and we need to be practical.
ehm… we moeten praktisch zijn.

Yes, But We Got To Be Practical.
Ja, maar we moeten praktisch zijn.

I'm saying we need to be practical.
We moeten praktisch zijn.

No. He will just tell us to be practical.
Nee, die wil dat we praktisch zijn.

I'm just trying to be practical here.
Ik probeer gewoon praktisch te zijn.

But I have got to be practical.
Maar ik moet praktisch zijn.

Okay, it's not supposed to be practical, Janet.
Oké, het hoort niet praktisch te zijn, Janet.

I also… I want you to be practical.
ook wil ik dat je praktisch nadenkt.

It is important for you to be practical because this enables you to get things done.
Het is voor jou belangrijk om praktisch te zijn, omdat je dit in staat stelt om dingen voor elkaar te krijgen.

I'm just trying to be practical.
ik wil 't gewoon praktisch bekijken.