TWO QUESTIONS in Dutch translation

• twee vragen
• twee kwesties
• twee vraagstukken
• 2 vragen
• tweetal vragen
• twee vraagjes

Examples of using Two questions in English and their translations into Dutch

I had two questions today.
Ik had vandaag twee vragen.

I got two questions for you. Ressler.
Ressler.-Ik heb twee vragen voor je.

Yeah.- Two questions.
Ja. Twee vragen.

One, where's the Space Temple? Two questions.
Een, waar is de Space Temple? Twee vragen.

Ressler.- I got two questions for you.
Ressler.-Ik heb twee vragen voor je.

Ressler.- I got two questions for you.
Ressler.- Ik heb twee vragen voor jou.

So I have two questions.
Dus ik heb twee vragen.

Joey, two questions.
Joey, twee vragen.

Yes. I only have two questions.
Ja. Ik heb maar twee vragen.

I did have one or two questions.
Ik heb één of twee vragen.

I have two questions, Commissioner; one is on the quick-start money.
Ik heb twee vragen, commissaris. De eerste heeft betrekking op de snellestartfinanciering.

I have two questions, firstly regarding the 2020 strategy.
Ik heb twee vragen. De eerste betreft de 2020-strategie.

There are actually two questions here: What is life?
Eigenlijk moeten er twee vragen gesteld worden: Wat is leven?

I have got two questions and one comment, understand?
Ik heb twee vragen en een opmerking, begrepen?

Answer two questions to find the right starting point for your LoT scenario.
Geef antwoord op twee vragen om te ontdekken waar u in uw IoT-scenario moet beginnen.

I have two questions for you.
Ik heb twee vragen en dan mag je naar huis.

So here are your two questions to answer.
Dus hier zijn de twee vragen die u moet beantwoorden.

I have got two questions and one comment, understand?
Begrepen? Ik heb twee vragen en één opmerking?

The last two questions are qualitative.
De laatste twee vragen zijn kwalitatief.

I have got two questions and one comment.
Ik heb twee vragen en één opmerking.