Examples of using What is thy in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
And he said unto him, What is thy name?
And Jesus asked him,"What is thy name?
En Jesus vroeg hem,"Hoe is uw naam?And Jesus asked him, saying, What is thy name?
En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam?And he asked him: What is thy name?
En Hij vraagde hem: Welke is uw naam?And he said unto him, What is thy name?
En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam?And he said: What is thy name?
En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam?And he asked him, What is thy name?
En Hij vroeg hem: Hoe is uw naam?What is thy beloved more than another beloved,
And say, What is thy mother?
What is thy beloved more than another beloved,
Wat is uw Liefste meer dan een ander liefste,And the king said unto Esther at the banquet of wine, What is thy petition?
Zo zeide de koning tot Esther op den maaltijd des wijns: Wat is uw bede?And he said unto him, What is thy name? And he said, Jacob.
En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob.What be thy name, warrior? Me?
Wat is uw naam, krijger?-Ik?Musa said: what was thy object, O Samiri?
Mozes zeide tot Al Sameri: Wat was uw voornemen, o Sameri?What be thy name, warrior? Me? You?
Wat is uw naam, krijger? Jij.-Ik?And say, What was thy mother?
En zeg: Wat was uw moeder?You. Me? What be thy name, warrior?
Ik? Jij. Wat is uw naam, krijger?Moses said,'And thou, Samaritan, what was thy business?
Mozes zeide tot Al Sameri: Wat was uw voornemen, o Sameri?You. Me? What be thy name, warrior?
Jij. Wat is uw naam, krijger?What be thy name, warrior?- You. Me?
Jij. Wat is uw naam, krijger?-Ik?
