BRAUNER - vertaling in Nederlands

• bruine
• brauner
• ebony
• de bruine
• brown
• bruin
• bruiner

Voorbeelden van het gebruik van Brauner in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Eine Lederjacke. Ein brauner Anzug.
Bruin pak, leren jasje.

Einer von ihnen ist ein wenig brauner als der andere.
Eerlijk gezegd, de ene is net iets bruiner dan de andere.

Nein, schlanker brauner Freund.
Nee, mijn tengere, bruine vriend.

Mein brauner Anzug!
Mijn bruin pak… Hotelbediende!

Brauner und weniger gestreift auf dem Kopf.
Bruiner en minder bestreept op de kop.

Fetter, brauner Hund.
Grote dikke bruine hond.

Brauner Anzug, schwarzer Anzug,
Bruin pak, zwart pak,

Nein, schlanker brauner Freund.
Nee, mijn slanke, bruine vriend.

Männer, Hotellobby, Mitte 30. Ein brauner Anzug, eine Lederjacke.
Twee mannen uit de lobby. Bruin pak, leren jasje.

Sein winziger, brauner Schwanz.
Met die kleine, bruine piemel.

leicht konisch, brauner Henkel.
iets toelopend, bruin oor.

Orzo ist quasi dicker, brauner Reis.
Orzo is een soort dikke bruine rijst.

honiggelber, brauner, kirschfarbener und goldener Kirschfarbe. Es wir.
honing-geel, bruin, kers en gouden-kersen kleur.

Du bist quasi dicker, brauner Reis.
Jij bent een soort dikke bruine rijst.

Klarer, orangener oder brauner Stuhl.
Heldere, oranje of bruin gekleurde ontlasting.

Sieh dich nur mal an, mein kleiner brauner Bär.
Kijk naar je, mijn kleine bruine beer.

taillierte Form, brauner Henkel.
toelopende vorm, bruin oor.

ein Esslöffel brauner Zucker"?
één eetlepel bruine suiker?

Haarkleid in satter brauner Farbe, bestens gepflegt.
De vacht is in een warme kleur bruin, prima verzorgd.

Brauner Beutel.- Wirklich?- Ja.
Ja. Echt? Bruine zak.