BURGER - vertaling in Nederlands

• burger
• burgers

Voorbeelden van het gebruik van Burger in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Liebe ist Burger und Fritten.
Liefde is een burger en friet.

Ich habe bessere Burger gesehen.
Ik heb betere burgers gezien.

Danke, dass Sie sich für Burger King entschieden haben.
Dank dat u voor Burger King hebt gekozen.

Viel Pizza, Pasta und Burger.
Veel pizza, pasta en burgers.

Ich will nur, dass er meinen Burger isst.
Ik wil alleen dat hij m'n burger eet.

Im Gefrierschrank gibt's vegetarische Burger.
Er zijn wat vegetarische burgers in de vriezer.

Er arbeitet bei Burger King. -Wirklich? -Nein.
Echt? Nee, hij werkt bij Burger King.

Aber keine Burger.
Maar geen burgers.

Ich bin Burger King.
Ik ben Burger King.

Wir machen nicht nur Burger.
We doen niet alleen burgers.

Dr. Ivan H. Burger für Gruppe I.
De heer I. H. BURGER voor groep I.

Einen Hamburger mit Schokosoße.- Burger.
Een hamburger met chocola. Burger'.

Sag ihm, du willst einen"Stone Burger".
Zeg dat je een'Stone Burger' wil.

Ich habe meinen Fahrer Burger holen lassen.
De politie is klaar en mijn chauffeur heeft wat burgers gehaald.

Du hast Burger King vergessen.
Je hebt geen Burger King besteld.

Willst du deinen Burger?
Wil je een hamburger?

Wir sind nicht bei Burger King!
Dit is de Burger King niet!

Gibt es wirklich Burger für fünf Dollar beim Tanken?
Zijn de burgers echt vijf dollar bij een tankbeurt?

Dann lad ich dich auf'ne Limo und'nen Burger ein?
Kan je een frisdrank en een hamburger voor me kopen?

Du mochtest die Chili Burger.
Je hield van de Chili Burger.