Voorbeelden van lage kwaliteit zin
Clara, du hast gesprochen. Clara. .
Clara, je hebt iets gezegd.Das war nicht Clara.
Het was Clara niet.Er ist nicht Clara.
Hij is Clara niet.Ihr Umgang mit Clara.
Zoals u met Clara omgaat.Sie haben Clara belogen.
U hebt Clara voorgelogen.Mein Name ist Clara.
Mijn naam is Clara.Clara muss überglücklich sein.
Clara was vast dolblij.Lass Clara sich ausweinen.
Laat Clara maar huilen.Wie geht's Clara?
Hoe is het met Clara?Wir warten auf Clara.
Even op Clara wachten.Sie heißt Clara Chambers.
Zij heet Clara Chambers.Wie er Clara heiratet.
Die Clara Whethers trouwt.Clara! Oh, meine Clara! .
Oh, Clara. Oh, mijn Es hat Clara geortet.
Het heeft Clara gevonden.Wie geht's Clara?
Hoe gaat het met Clara?Clara ist meine Freundin.
Ik ben bevriend met Clara.Clara will eine Puppe.
Clara wil een pop.Clara. Meiner Mutter.
Clara. Mijn moeder.Gut gemacht, Clara.
Goed gedaan, Clara.Clara hat sie erfunden.
Clara verzon haar.
