"Marcus" wordt niet gevonden op TREX in Duits-Nederlands richting
Probeer In Nederlands-Duits Te Zoeken (Marcus)

Voorbeelden van lage kwaliteit zin

Marcus hatte recht.
Marcus had gelijk.
Sorry wegen Marcus.
Sorry van Marcus.
Tschüss, Marcus.
Tot ziens, Marcus.
Marcus- folgen.
Marcus- volgen.
Dieser Mistkerl Marcus.
Die hufter van een Marcus.
Marcus hat Recht.
Marcus heeft gelijk.
Haben Marcus umgebracht.
Door hen is Marcus dood.
Nabend Marcus!
Goedenavond, Marcus.
Marcus' Mutter.
Marcus zijn moeder.
Detective Marcus Bell.
Rechercheur Marcus Bell.
Marcus. Schon gut, Marcus..
Marcus, het is al goed. Marcus..
Verdammt: Marcus.
Verdomme, Marcus.
Herr Michel Marcus.
Dhr. Michel Marcus.
Haben Marcus umgebracht.
Zij hebben Marcus gedood.
Marcus gehört uns.
Marcus behoort tot ons.
Glückwunsch, Marcus.
Gefeliciteerd, Marcus.
Das ist Marcus.
Het is Marcus.
Ich bin Marcus.
Ik heet Marcus.
Marcus wollte eingreifen.
Marcus probeerde in te grijpen.
Marcus, nicht.
Marcus, niet doen.