SCHLEIMIGEN - vertaling in Nederlands

• slijmerige
• slijmbal
• slijmerig

Voorbeelden van het gebruik van Schleimigen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Vor meiner Kollegin? Warum musste ich das von einem schleimigen Internen hören, Was?
Waarom moest ik dat horen van 'n slijmbal van Interne Zaken… in aanwezigheid van 'n collega? Wat?

Rhinitis ist eine Entzündung der Nasenschleimhaut, die von wässrigen oder schleimigen Sekreten aus den Nasengängen begleitet wird.
Rhinitis is een ontsteking van het neusslijmvlies, die gepaard gaat met waterige of slijmerige afscheidingen uit de neusholtes.

Hat mir Onkel Tusk von einem langen, schleimigen, gruseligen Wesen erzählt. Als ich noch ein Schneckchen war.
Toen ik nog een klein slakje was… vertelde oom Tusk me over een lang, slijmerig, eng wezen… een wezen dat in de nacht rondkroop en dan achter je opdook en.

Ich konnte ihn ganz zurückbiegen, aber er hing noch an diesem schleimigen Stück Zahnfleisch.
Ik kon hem helemaal naar achter duwen. Hij zat alleen nog aan een klein stukje slijmerig tandvlees vast.

Und überall an den Wänden so schleimiges Zeug!
Er zit veel slijmerig spul op de wanden!

Sie schleimige kleine Made.
Jij slijmerig kleine made.

Schleimiger, arschleckender Kriecher.
Slijmbal. Vuile hielenlikker.

Eine schleimige, schlangenartige Kreatur,
Een slijmerig, slangachtig wezen

Sieht aus, als hätte dein schleimiger Vater einen bösen Virus und liegt im Bett.
Je gluiperige vader heeft een virus en kan niet uit zijn bed komen.

Kein schleimiges Reptil.
Geen"hagedisachtige slijmbal".

Sehen Sie ihn sich an. Schleimiger Wichser.
Gluiperige eikel. Kijk hem dan.

Schleimig genug.
Slijmerig genoeg.

Er WAR ein schleimiges Reptil.
Hij was een reptielachtige slijmbal.

Schleimig und doch lecker.
Slijmerig, maar smakelijk.

Wir sind schleimig Aber irgendwie auch süß.
En watersalamander we zijn slijmerig maar toch schattig als geen ander.

Schleimig und schuppig.
Slijmerig en geschubd.

Du schleimiges Stück.
Jij slijmerig stuk.

Sie schleimiger kleiner Wurm.
Jij slijmerig kleine made.

Sie waren schleimig, als hätten sie keine Muskeln.
Ze waren slijmerig, alsof ze geen spieren hadden.

Schleimig und doch lecker.
Slijmerig, maar toch smakelijk.