Voorbeelden van het gebruik van Ski in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sie können fotografieren, talentierte Ski Sport Männer.
Du brauchst Ski.
Ich sehe hier gar keinen Jet- Ski.
Ich sagte dir am ersten Tag als wir Ski liefen, dass ich Förster bin.
Ik zei je de eerste dag toen we gingen skiën dat ik ranger was.Die Ohrringe, die Ski, das blöde Auto.
De oorbellen, de ski's, de auto.Ski Heil, Leute! Das war's, Kameraden!
Dat was het, mensen. Ski je later,!Ich will aber Ski fahren. -Nein.
Nee, ik wil gaan skiën.Gib mir die Ski.
Geef me die ski's.Das ist Ski.
Het is Ski.Tom kann nicht Ski laufen.
Tom kan niet skiën.Ich habe keine Ski.
Lk heb geen ski's.Ich heiße Ski.
Lk heet Ski.Ob du Ski fahren willst oder nicht, ist unwichtig.
Het doet er niet toe of je gaat skiën.Das sind coole Ski.
Dit zijn gave ski's.Jay hat meinen Jet Ski gecrasht.
Jay mijn Jet Ski deed crashen.Ich hab meine Ski vergessen.
Ik ben m'n ski's vergeten.Und Ski gefahren sind wir auch nicht.
En we zijn niet eens gaan skiën.Vielleicht bei Bergbesteigungstouren oder in Ski Resorts?
Misschien bergbeklim expedities of een ski resort?Denkt nicht, dass ich das tue, weil wir Ski laufen können, das können wir nämlich nicht.
Denk niet dat we daarheen gaan omdat we kunnen skiën.Ich hol die Ski morgen.
Ik haal die ski's morgen.
