Voorbeelden van het gebruik van Teach in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Spielst du jetzt Teach?
Und einen Muffin für Teach.
Doe voor Teach maar een muffin.Teach ist schwer zu besiegen.
Teach is een formidabele tegenstander.Ist okay! Danke, Teach!
Bedankt, Teach.- Goed,!Edward Teach, am Strand geboren.
Edward Teach. Geboren op de beach.Dreh dich mal um. Edward Teach.
Kijk 'ns om je heen, Edward Teach.Ist Teach auf freiem Fuß?
Is Teach nog steeds vrij?Eine Botschaft hat Teach gleich mitgeschickt.
Een boodschap van Teach bij zijn terugkeer.Dreh dich mal um. Edward Teach.
Kijk achter je, Edward Teach.Edward Teach Verriet seinen Mentor, verriet?
Verraadde zijn mentor, verraadde Edward Teach voor jou?Der Neffe von Teach sollte ihn fahren.
De neef van Teach zou hem brengen.Sag nicht so etwas, Teach!
Dat wil ik niet horen, Teach.Dreh dich mal um. Edward Teach.
Kijk eens achter je, Edward Teach.Teach war dort auf der Insel?
Was Teach op het eiland?Aber er und Käpt'n Teach konnten nur fliehen.
Maar hij en kapitein Teach zijn wel ontkomen.Each One Teach One", Moment, bitte.
Each One Teach One, een moment, alstublieft.Aldetha Teach. Es gehörte ihr also wirklich.
Aldetha Teach. Dus het ding behoorde haar toe.Aber er und Käpt'n Teach konnten nur fliehen.
Maar al wat hij en Kapitein Teach konden doen was ontsnappen.Kanntet Ihr Edward Teach? Verratet mir doch,?
Wilt u mij vertellen of u Edward Teach kende?Sie war in der Organisation"Teach for America.
Ze was lid van"Teach for America.
