TIMER - vertaling in Nederlands

• timer
• klok
• tijdopnemer
• tijdschakelaar
• tijdmechanisme
• timers
• tijdklok

Voorbeelden van het gebruik van Timer in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

der Brandstifter hat elektronische Timer und Raketentreibstofi benutzt.
De brandstichter gebruikte een elektronisch tijdmechanisme… en raketbrandstof.

Wetter Uhr Wecker und Timer, Uhr auf einen Blick.
Weer Klok Wekkers en timers, Klok in een oogopslag.

Der Timer steht auf 45 Minuten.
Timer staat op 45 minuten.

Starte den Timer.
Start de klok.

Zum Beispiel, Timer ein-, ausschalten und schlafen, Teletext.
Bijvoorbeeld timers aan, uit en slaap, teletekst.

Warte, der Timer. Sie kennen den Timer nicht.
Wacht, de timer. Ze weten niets over de timer.

Dass die Bombe einen Timer hatte.
Ik denk niet dat de bom een klok had.

Stellen Sie Alarme, hinzufügen Timer, und führen Sie eine Stoppuhr.
Stel alarmen, voeg timers, en uitvoeren van een stopwatch.

Und wir haben keinen Timer.
We hebben geen timer.

Wir setzen den Timer auf drei Minuten.
We zetten drie minuten op de klok.

Über den Timerstatus werden die Timer einzeln oder zusammen ein-/ausgeschaltet.
Via de Timerstatus worden de timers afzonderlijk of tegelijk in- of uitgeschakeld.

Ich habe einen Timer eingesetzt.
Ik heb een timer gebruikt.

das Gerät in ihr sei eine Art Timer.
het object in het meisje een soort klok is.

Fernbedienungen. Timer, Auslöser.
Timers, ontstekers… afstandsbedieningen.

Ich sehe keinen Timer.
Ik zie geen timer.

Die Timer sind synchronisiert.
De timers zijn gesynchroniseerd.

Ich denke, es ist ein Timer.
Ik denk dat het een timer is.

Wir möchten unsere TiMER entfernen lassen.
Onze Timers moeten weggehaald.

Langsam, zieh ganz langsam den Timer zurück!
Langzaam, trek heel langzaam de timer terug!

Wo hast du diese Timer her?
Waar heb je die timers gevonden?