TOMMY - vertaling in Nederlands

• tommy
• tommy's

Voorbeelden van het gebruik van Tommy in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

The whole city is talking about Tommy returning.
De hele stad praat over Tommy's terugkeer.

Name? Thomas.- Murphy.- From? Tommy.
Naam? Thomas. Waarvandaan?- Murphy. Tommy.

Everybody? I was very depressed after Tommy died.
Met iedereen? Ik was heel depressief na Tommy's dood.

Tommy Madsen? He and Ray were best friends.
Hij en Ray waren beste vrienden. Tommy Madsen.

Hello, Tommy.
Hallo, Tommy.

For Matthew and Tommy.
Voor Matthew en Tommy.

Tommy Regardless of how the game did.
TOMMY Onafhankelijk van hoe de game het doet.

Tommy.- How's it going?
TOMMY Hoe gaat het?

Tell them. Tell them, Tommy.
Vertel het ze, Tommy. Vertel het ze.

Tell them, Tommy. Tell them.
Vertel het ze, Tommy. Vertel het ze.

That's the last one, Tommy.
Dat is de laatste, Tommy.

You got it wrong, Tommy.
Je ziet het verkeerd, Tommy.

Not the black one the white guy, Tommy.
Niet de zwarte, de blanke, Tommy.

You can't kid a kidder, Tommy.
Een gektemaker hou je niet voor de gek, Tommy.

Did you know, Tommy?
Wist je het, Tommy?

It was the others, Tommy.
Het waren de anderen, Tommy.

Everyone. That's the last one, Tommy.
Iedereen. Dat is de laatste, Tommy.

Everyone. That's the last one, Tommy.
Dat is de laatste, Tommy. Iedereen.

Tommy, be well.
Het beste, Tommy.

I'm about to introduce you to Tommy's connect, as his replacement.
Ik ga je voorstellen aan Tommy's contactpersoon, als zijn vervanger.