MAIA - vertaling in Nederlands

• maia

Voorbeelden van het gebruik van Maia in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Maia a un petit-am.
Maia heeft een vriend.

Maia, viens par ici.
Maia, kom hierheen.

Je m'inquiète aussi pour Maia.
Ik maak me ook zorgen om Maia.

Maia ne pouvait pas savoir.
Maia kon dat niet weten.

Maia Rutledge, huit ans.
Maia Rutledge, Leeftijd: Acht jaar.

Maia, voici mon ami Ben.
Maia, dit is mijn vriend Ben.

Maia, s'il te plaît.
Maia, alstublieft. Je bent mijn zus.

Maia a eu une autre vision.
Maia heeft weer een visioen gehad.

Je vous apprécie, Maia.
Ik hou van je, Maia.

Je suis désolée, Maia.
Het spijt me Maia.

Ils ont quelque chose sur Maia.
Ze hebben iets op Maia.

Maia a créé des problèmes?
Is Maia 'n probleem?

Maia, dis bonjour à maman.
Maia, zeg hallo tegen je moeder.

Aucune ne l'est, Maia.
Maia, geen enkele klopt.

Tu ne vois pas vraiment Maia.
Je weet dat je niet echt Maia ziet.

Si maia a des visions,
Als Maia visioenen heeft hoor jij dat te weten

Voilà ma cliente, Maia Rindell.
Dit is mijn cliënt, Maia Rindell.

Et tes visions, Maia?
Hoe gaat het met je visioenen, Maia?

Mais Maia n'a plus de capacité.
Maia heeft geen gave meer.

Ben et Maia sont avec toi?
Zijn Ben en Maia met je mee gekomen?