PINKY - vertaling in Nederlands

• pinky
• pinkie

Voorbeelden van het gebruik van Pinky in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Mon nom est Pinky.
Ik heet Pinky.

On le surnomme Pinky.
Z'n bijnaam is Pinky.

Le chien. Pinky Bones.
De hond, Pinky Bones.

Je ne suis pas Pinky.
Ik ben Pinky niet.

Tu travailles pour Pinky?
Je werkt voor Pinky?

Chicolini et Pinky sont ici.
Chicolino en Pinky zijn er.

Et voici Mme Pinky Benson.
Daar is ze, Mrs Pinky Benson.

Tu le feras, Pinky!
Jij doet het, Pinky!

C'est dommage pour Pinky.
Het is echt jammer van Pinky.

Pinky, vous enregistrez?
Pinky, zie je dit?

Mais tu peux m'appeler Pinky.
Maar jij mag me Pinky noemen.

Pinky, voyez-vous Portman?
Pinky, zie je Portman?

Pinky, que voyez-vous?
Pinky, wat zie je?

Pinky, êtes-vous là?
Pinky, ben je daar?

Bien joué, Pinky!
Goed gedaan, Pinky.

Nous avons acheté une voiture à Pinky.
We kochten 'n auto voor Pinky.

Vous croyez, Pinky?
Ik weet 't niet, Pinky.

C'est moi, Pinky Benson.
HET BLOEMKOOLOOR Dat ben ik. Pinky Benson.

Pinky Pizzas. Les pizzas faites avec amour.
Pinky Pizza's, pizza's met liefde bereid.

Pinky, que fabriques-tu ici?
Pinky, wat doe je hier?