Voorbeelden van het gebruik van Aarzel je in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom aarzel je?
Waarom aarzel je?
Waarom aarzel je?
Waarom aarzel je?
Waarom aarzel je?
Als je om iemand geeft, aarzel je niet.
Als je de trekker moet overhalen, aarzel je niet anders ben je dood.
Als je dood bent, aarzel je niet.
Maar vertel me, aarzel je om meer voor je mensen te doen?
dus laat me je dit vragen… Waarom aarzel je?
En de enige reden waarom ik aarzel je te helpen, echt de enige reden waarom ik aarzel.
En toch aarzelde je om wraak te nemen?
Waarom aarzelt je? Wat?
En daarom aarzelde je?
Aarzelde je toen je hem zag?
Waarom aarzelde je?
Daarom aarzelde je toen ik zei dat Henry kwam.
Waarom aarzelde je?- Je aarzelde? .
ik zal niet aarzelen je te doden.