Voorbeelden van het gebruik van Berit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Berit? Je hebt bezoek.
Dat is mijn vrouw Berit.
Jij weer, Berit?
Jij weer, Berit? Bingo!
Je hebt bezoek. Berit?
Berit Nilsson? En de getuige?
Berit? We hebben alle kranen afgesloten?
Berit? We hebben alle kleppen en kranen gesloten.
Berit, leeft hij nog? Leeft hij nog?
Jasin, neem contact op met de boot. Berit.
Ik zal Berit het laten natrekken. Annika?
Naar de film met Berit….
Met Berit Hamrin. Ik probeer je al de hele tijd te bereiken.
Berit Elisabeth(Bibi) Andersson(Stockholm, 11 november 1935)
Berit Mørdre(Nes(Akershus), 16 april 1940- aldaar,
ik naar de film ging met Berit….
Je kunt je niet voorstellen hoe prettig het is om leiding te geven aan gemotiveerde mensen die niet bang zijn om initiatief te nemen,” zegt Berit Hallersbo, hoofd human resources bij de overheidsinstelling Vara Commune.
mevrouw Berit ANDNOR, de vicevoorzitter van het Comité voor EU-aangelegenheden,
Berit, de eigenaar, heeft meer
voor de verhuur van deze accommodatie is Berit och Billy Axelsson.