Voorbeelden van het gebruik van Beterschap in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij belooft beterschap, maar het wordt alleen maar erger.
Hij beloofde beterschap, maar dan begon hij toch weer.
Goed. Beterschap, Chuck.
Beterschap.- Oké.
Beterschap, oké?
Wens hem beterschap van me als je hem weer ziet.
Tijdens de hoorzitting heeft ze beterschap beloofd, maar dat is niet voldoende.
Oké, ik hoop je snel weer te zien en beterschap.
Maar straf werkt alleen maar als er een kans is op beterschap.
Na de twee revoluties in 1919 kwam er in de jaren 1920 wat beterschap.
Eboshi doorziet haar fout en belooft beterschap.
Producten getagd met beterschap.
Bij haar aantreden in 1999 heeft deze Commissie plechtig beterschap beloofd.
Ja, wens haar beterschap van ons.
Dan heeft hij 30 procent kans op beterschap.
De engel vroeg u dit leven te aanvaarden… wat duidt op beterschap.
Ik richtte op jouw apenkont.- Beterschap.
Goed. Beterschap.
Oké. Beterschap.
Ja, natuurlijk word ik beter.-Beterschap.