Voorbeelden van het gebruik van Blond in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Blond meisje, Mary,
Hij heeft geen blauwe ogen of blond haar.
Ik val niet op blond.
Je bent niet echt blond.
Je haar is blond.
Blond haar.
Blond haar, blauwe ogen… Dat is vreemd voor 'n Corsicaan.
Ze was lang, met blond haar.
Hij was slank en blond.
Je kleur. Mijn ex-vrouw was ook blond.
Blond haar is niets bijzonders.
Hij was ook blond, net als jij.
Met lang blond haar.
Ze is mager en blond.
Ze is niet echt blond.
Blauw. Blond haar.
Blond monster. Hou zielsveel van haar.
Over je klein blond vriendinnetje.
Maar ze zijn niet blond.
Ze is niet echt blond.