Voorbeelden van het gebruik van Bogdan in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Goedemiddag. Bogdan Perkowski.
Ik moet Bogdan niet.
Val kapot, Bogdan.
De heer Bogdan BORUSEWICZ.
Bogdan, kom terug!
Rijden. Gereed.- Bogdan.
Alles is goed, Bogdan.
De heer Bogdan AURESCU staatssecretaris.
Hoe ken jij Bogdan?
Heb je Bogdan ooit ontmoet?
Saul, Bogdan is een Roemeen.
Heb je gehoord van Bogdan?
Nee. Hebben jij en Bogdan.
We moeten met Matt Bogdan praten.
En tot slot Laszlo Bogdan.
We weten dus niets van die Bogdan.
Bogdan heeft me geholpen met informatie?
En nu zij, met die Bogdan.
We zien ervan af, Bogdan.
De heer Bogdan KLICH minister van Defensie.