Voorbeelden van het gebruik van Buford in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je bent Buford T.
Was Buford er?
Ik zoek Ben Buford.
Buford bespeelde ons.
Ik zoek Ben Buford.
Ongetwijfeld. Carl Buford.
Daar is ie, Buford.
Waar is Buford?
Niet nu, Buford.
Want je bent Buford T.
Linksveld, Don Buford.
Carl Buford, mijn leermeester.
Goed gedaan, Buford.
Dat is Carl Buford voor je.
Voor"Buford"?
Iemand moet Buford begraven.
Buford spendeerde tijd aan mij.
Het is Buford T.
Kom op, Buford. Bu!
Waar is Buford?