Voorbeelden van het gebruik van Bumpy in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ken Bumpy.
Ich kenne Bumpy.Bumpy, geef me.
Bumpy, gib mir das.Ik heet Bumpy Johnson.
Mein Name ist… Bumpy Johnson.Bumpy is Margarets grootvader.
Bumpy ist Margarets Großvater.Bumpy is er ook.
Bumpy ist auch hier.Treurig van Bumpy.
Ist traurig, das mit Bumpy.Bumpy is een schaker.
Bumpy ist ein Schachspieler.Bumpy heeft een punt.
Bumpy hat recht.Bumpy is haar grootvader.
Bumpy ist ihr Großvater.Bumpy pakte geen twintig.
Bumpy nahm keine 20 Prozent.Vanwege Bumpy, hè?
Wegen Bumpy, oder?Dit komt van Bumpy.
Ein Geschenk von Bumpy.Bumpy sloeg je verrot.
Bumpy der Arsch hat dich verprügelt.We gaan het Bumpy vertellen.
Sagen wir es Bumpy.Bumpy Johnson bespeelt ons.
Bumpy Johnson spielt mit uns.Waar is Bumpy?
Wo zur Hölle ist Bumpy?Bumpy pakte geen twintig.
Nicht mal Bumpy hat 20 Prozent genommen.Bumpy heeft 116 niet meer.
Bumpy gehört die Hundertsechzehnte nich' mehr.Ik kan beter Bumpy bellen.
Ich rufe besser Bumpy an.Bumpy is pas thuis.
Bumpy ist daheim.
