Voorbeelden van het gebruik van Dominika in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dominika wil een verblijfsvergunning.
Dominika krijgt een verblijfsvergunning.
Dominika, ongelukken bestaan niet.
Dominika, ongelukken bestaan niet.
Met Dominika. Kom naar boven.
Dominika. Maak je niet dik.
Dominika? Dat is echt niet nodig.
En hoe zit het met Dominika?
Zullen we het zo houden, Dominika?
Maar haar echte naam is Dominika Egorova.
Weet je, Dominika… ongelukjes bestaan niet.
Dominika Egorova, wat fijn om je te zien.
Dominika Egorova, wat fijn om je te zien.
Bedankt voor je komst, Dominika.
Dominika, heeft hij heeft hij je pijn gedaan?
Nee, Dominika ging naar A.C. met haar vriendje.
Dominika… Haal het wapen van het meisje, lieverd.
Neem jij, Dominika Petrova, deze man aan tot echtgenoot?
Neem jij, Dominika Petrova, deze man aan tot echtgenoot?
Dominika Strumilo(Sint-Niklaas, 26 december 1996)