Voorbeelden van het gebruik van Dunham in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dunham.- Ik ben het.
Dunham.- Het is begonnen.
Dunham.- Ik kreeg net een verontrustend telefoontje.
Dunham. Waar ben je?
Dunham.- Het is al goed.
Dunham. Niet doen!
Dunham.- Dunham, waar ben je?
Dunham. Alistair Peck is weer thuis.
Reis veilig, agent dunham.
agent dunham.
Dunham, haal ze op.
Ik kreeg net een bericht van de kolonie.- Dunham.
Denk eraan, Nigel krijgt die Dunham eikel voor zichzelf, begrepen?
Dunham had gelijk over dat nieuwe alarm.
Dunham, net op tijd.
Weet je, Dunham… we gaan ervan uit dat ons universum het enige is.
Dunham wordt flink geraakt door Switowski.
Dunham was bij de opera, in een taxi.
Het onderdeel dat Dunham heeft bemachtigd is dus over.
Dunham is niet dood.