Voorbeelden van het gebruik van Elsa in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waarom kan ik niet van jou en van Elsa houden?
Ik ben Elsa niet.
Elsa? Het blijft bij hen.
Elsa belooft dit.
Elsa vlucht, nu iedereen heeft gezien wie ze werkelijk is.
Ik ben op zoek naar Elsa Carine, ik denk dat ze hier werkt.
Mae stal alle dossiers van Elsa, maar er was nog een kopie.
Ver van elsa altijd zon.
Het gaat over Elsa. Ik luister.
Het duet van Elsa en Balthasar… met het optreden van de demon.
Elsa Alcoran belde om te zeggen
Wat we van Elsa hebben gezien, is angstaanjagend.
Een nieuwe cape voor Elsa, de sneeuwkoningin!
Toen je zwanger was van Elsa, ging mama naar jou.-Marcello niet.
Kom op. Elsa is deze kant op.
Elsa is deze kant uit.
Jij bent toch Elsa?
Bedankt. Het is beter voor Elsa.
Meen je het? Elsa en jij?
Hij was verliefd op Elsa.