Voorbeelden van het gebruik van Fluffy in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Fluffy en Fuzzy trouwden.
We weten allemaal dat Fluffy gezond en wel is.
of niet, Fluffy?
En ik heb nu trouwens een serieuze relatie met Fluffy.
The Fluffy. Ik dacht: nee, ik ben nog nooit The Fluffy genoemd.
zacht en fluffy extra, formaat 30 cm x 40 cm,
Of je vrienden nu houden van lekker luieren op het strand, Fluffy Paws of van lunaparken,
Fluffy is zijn roepnaam.
Goedemorgen, meneer Fluffy.
Geen Fluffy en Fifi.
Goeiemorgen, Mr Fluffy.
Echt, Fluffy,?
Fluffy, een hagedis.
Hij heeft hem Fluffy genoemd.
Fluffy speelt ook een manakaart.
Hij speelde Fluffy, de ruimtepuppy.
Deze? Dat is Fluffy.
Fluffy stierf twee maanden geleden.
En jij moet Fluffy zijn.
Fluffy. Ik doe niets halfbakken.