Voorbeelden van het gebruik van Fredrick in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nooit van hem gehoord. Fredrick Hemstead.
Hiëroglyfen ontcijferd', door Dr. Fredrick Walden.
Ik ben Fredrick.
Fredrick schreef bijna elke dag naar de redacteur van de Washington Post over van alles.
Waarvoor, Fredrick?
Ik heet Fredrick.
Kijk eens, Fredrick.
Mijn naam is Fredrick.
Rechter is Fredrick Harkin.
Verdomme. Fredrick. Bent u de baas?
Fredrick kende haar uiteraard heel goed.
Blijkbaar wordt Fredrick Burn geconfronteerd met strafrechtelijke aanklachten.
U hebt mijn naam onthouden? Zeg, Fredrick.
Op deze afstand ben ik als Fredrick Zoller.
Kijk, Fredrick… Je herinnert je mijn naam nog?
Beste Fredrick serveerde tafels
Die kleine Fredrick heeft bijna net zoveel talent
Mag ik? Luister, Fredrick… U kent m'n naam nog?
Fredrick Dean heeft je daarheen meegevraagd om je te kunnen zoenen.
Uitnodiging?- Is dat de dame in kwestie, Fredrick?