Voorbeelden van het gebruik van Georges in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben Georges niet.
Ik zweer bij God dat Guy Georges onschuldig is.
Het gaat wel, mijn kleine Georges.
Het was niet dezelfde Guy Georges.
Gaat het? -Het gaat, mijn kleine Georges.
U bent die efficiënte werkster? Georges.
Het gaat, mijn kleine Georges.
Ik baal van je, Georges Montero.
Dit hier is Georges.
Gaat het, meneer Martin? Het gaat wel, mijn kleine Georges.
Dna van guy georges.
Welke Georges?
Georges. Alain.
Dat is het kruis van Georges.
Ik vond een brief van De Georges in zijn zak. Gruwelijk.
Alain. Georges.
Dank je. Het moet de wortel van Georges haar zijn?
Onzin. Nog twee alsjeblieft. Georges.
Doe het voor Georges.