Voorbeelden van het gebruik van Johnny in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Johnny heeft charisma.
Boven. Johnny Cammareri was hier gisteravond.
Zie je het niet, Johnny, je kan ons niks aandoen.
Johnny heeft haar gebeld.
Johnny, nee.- Alsjeblieft.
Johnny, wie past er op de baby?
Ik hoorde dat je date met Johnny interesant was.
Maakt Johnny Lawrence zijn excuses?
Een Johnny Walker, alstublieft.
Dus dit is Johnny Farrel.
Vertel wat er gebeurt, Johnny.
Kom hier, Johnny C. Jij schelm.
Dank Larry, Johnny en alle geesten van de avenue.
Ik ben hier, Johnny.
Weinig brandstof en bijna geen munitie meer, Johnny.
Johnny Ki, herken je me niet?
Een lieve jongen. Johnny.
zou Johnny zeggen.
Dat klopt. Dit is mijn deel, Johnny.
Johnny zei dat ik een toekomst heb. Maddie!