Voorbeelden van het gebruik van Katia in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dus Katia, Karen, jij en ik gaan op een dubbeldate.
Boris hield niet meer van Katia.
Ik span samen met de vrouw Katia Orlova.
Dus, jij en ik, Katia, Karen gaan op een dubbeldate.
Ik ben gewoon Katia van Dees.
Ik ben de minnaar van Katia Orlova.
Alex wil weg met Katia.
Ik vraag dit maar één keer. Hallo, Katia.
Mijn liefste Katia.
Ik ben op weg naar Katia.
En hij probeert Katia te redden.
Wie is het? Katia.
Alsjeblieft, nee, Katia.
Z'n brief aan Katia was nep.
Ik probeerde 't 3 weken met Katia.
Ja? Heb je Katia vandaag gezien?
Blok.""Jouw geheimen redden, of ze afstaan in ruil voor Katia en haar gezin.
Hij komt je vermoorden, Katia.
Maar nu moet ik m'n best doen voor Dante en Katia.
Het was een foto van mijn nichtje Katia.